0
Contact
voor kind
en volwassene
Het is zaterdagochtend, mijn vrije dag. Ik begin altijd met zwemmen. Stipt om half acht lig ik met mijn buuf voor mijn deur in het water. Weer of geen weer. Het is nog donker. Ik draag lampjes rond mijn hoofd om gezien te worden. Op de terugweg om acht uur staat er een rij voor het bakkertje. We hebben bekijks, vooral in de winter.
De klusjesmannen komen. Overal staan steigers en ik heb al weken zooi. Zowel voor als in de achtertuin. Het zijn aardige mannen.
Ik zet koffie. Gezamenlijk drinken we in de tuin. De oudste zit goed in zijn vel en straalt rust uit. Hij voelt als een baken.
Bij de jongste voel ik verdriet en zwaarte. Hij lijkt ruwe bolster. Maar er is ook ergens een blanke pit. Ik zie een goed hart. Maar ook een harde muur. Angst om zich te geven? Angst om gekwetst te worden?
Al eerder tussen al de klussen door, laat hij dingen los. Vroeger moeite om op school gewoon te zitten. Moeite met autoriteit. Dat laatste herken trouwens van mijzelf.
Ik merk op dat ik het schoolse systeem niet vindt kloppen. De doe-kinderen sneeuwen onder. Ik vertel het verhaal van de man naast ons op de camping met zijn zelfgebouwde camper. Hij had drie basisscholen gehad. Hij kon niet stilzitten. Maar die camper: die zag er gelikt en prachtig uit. Ik pleit voor meer doe-activiteiten voor kinderen op een basisschool.
Ik voel dat hij mij aftast. 'Is ze te vertrouwen?' 'Gaat ze over mij oordelen?' 'Kan ik mij geven?'
Ik zeg niets. En ga weer naar binnen.
Vandaag heeft hij besloten zich te geven. Bij de koffie gaat hij praten. Hij heeft een aantal mensen verloren en hij mist een thuis. Het leven valt hem zwaar. Hij krabbelt op uit een diepe put. En dat valt niet altijd mee. Achter zo een stoere man gaat een heel verhaal schuil. Hij heeft een grote zware rugzak.
Mijn hoofd begint meteen te ratelen, net als in de praktijk. 'Even dit losmaken, even dat…' "Nee Mies!", spreek ik mezelf toe. "Het is zaterdag. Je bent thuis en vrij."
Ik schakel terug en heb met hem te doen. In mijn hoofd vraag ik de engelen om hulp: 'Help hem zijn leven weer op de rit krijgen.' 'Help hem weer aan een warm nest.'
En zo heeft iedereen zijn rugzak. Vaak zie je het niet.
Maar als je de tijd neemt en niets verwacht, gaat hij open.