0
Contact
voor kind
en volwassene
In het vorige blog kon je lezen dat wanneer een kind op eigen voeten moet gaan staan en dit spannend vindt, er verschillende overlevingsstrategieën kunnen ontstaan.
Waarom gaat het ene kind van vier jaar makkelijk naar school en schiet een ander kind in allerlei krampen? Vaak ligt de hechting van het kind aan de basis van dit systeem.
Wat is hechting eigenlijk?
Volgens de psychologie is hechting een duurzame affectieve relatie tussen een kind zijn opvoeder(s). Veilig gehechte kinderen richten zich, wanneer ze stress voelen, op personen in nieuwe situaties waar ze zich bevinden. Onveilig gehechte kinderen klampen zich vast aan hun opvoeder of gedragen zich juist onverschillig, wanneer de situatie stressvol is. Onveilig gehechte kinderen zijn vaak lastig aan te spreken en hebben onvoldoende eigenwaarde.
Er zijn verschillende gradaties in hechting. In de ergste vorm spreekt men van een hechtingsstoornis. In dit blog gaat het niet over een stoornis, maar wel over een bepaalde veiligheid die het kind voelt zonder zijn ouders.
Tussen de nul en de vier jaar hecht een kind zich aan zijn ouders/verzorgers.
Na vierjarige leeftijd gaan kinderen zich hechten aan klasgenootjes en de leerkracht.
Wanneer ouders (voor de basisschoolleeftijd) rust en vertrouwen naar hun kind uitstralen en stimuleren om stapjes te nemen in hun ontwikkeling op bijvoorbeeld verjaardagen en speeltuinen, krijgt een kind vertrouwen in zijn eigen kunnen en zal de overstap naar de eerste groep makkelijk zijn.
Wanneer ouders zelf te veel vanuit angst leven en te beschermend zijn, krijgt een kind al vlug het gevoel dat de wereld onveilig is en dat hij/zij de volwassene nodig heeft om zich veilig te voelen. Bij deze laatste groep ontstaan vaak overlevingsstrategieën wanneer zij voor het eerst naar de basisschool gaan.
Het is al heel lang bekend dat, wanneer ouders aan hun eigen emoties werken, dit ten goede komt aan hun kinderen. Kinderen van nu zijn gevoelig en voelen namelijk feilloos de angsten van hun ouders aan.