Er komt een vader in mijn praktijk voor een intakegesprek. "Onze dochter wil niet meer naar school. Zij zit in de tweede klas van het voortgezet onderwijs en is nu al weken thuis. De afgelopen twee maanden is zij halve dagen naar school gegaan omdat zij zich angstig en somber voelde. Maar zelfs dat lukt niet meer, zij gaat nu helemaal niet meer naar school. Inmiddels hebben we contact met de leerplichtambtenaar en bekijken we of zij naar 'De Jutters' (psychische begeleiding voor jongeren) kan gaan. Wij zouden ook heel graag zien dat zij in aanmerking komt voor 'Rebound' (een tijdelijke vorm van onderwijs voor kinderen die niet naar school gaan) zodat zij toch iets van les kan krijgen".
Pubers zijn wispelturig en kunnen heel halsstarrig zijn. Ze hebben een sterke wil en wanneer zij iets in hun hoofd hebben... De begrenzing gaat anders dan bij jongere kinderen. Bij kleine kinderen kun je veel meer bepalen als ouder. Gewoon door heel kordaat tegen hen te zeggen: "Zo gaan we het doen!" Pubers moet je vaak overtuigen, zij moeten het nut ergens van inzien. Pas wanneer ze helemaal achter het voorstel van hun ouders staan, gaat het vanzelf. Maar hoe krijg je dit als ouder voor elkaar?
In de situatie van hierboven betrof het een gezin waarbij de moeder al langere tijd, geen invloed meer op haar dochter had. Al op de basisschool sprong het hele gezin in de houding als het meisje haar zin niet kreeg en daardoor boos en brutaal werd. Wanneer we naar de regels van de begrenzing bij kleine kinderen kijken, blijkt dat regel 3 in het geding komt.
Het is heel belangrijk dat de drie basisregels op een juiste manier worden nageleefd:
- Veiligheid (Niet bij het open raam, dichtbij de waterkant of gevaarlijk met spullen gooien enz. )bij water en met dingen gooien etc.)
- Respect voor je omgeving ( niets kapot maken van jezelf en/of van anderen)
- Respect voor elkaar (elkaar geen pijn doen met woorden en daden).
Het kleine meisje deed boos en dat beïnvloedde anderen. Zij deed haar moeder en vader wel degelijk pijn met die grote mond. Wanneer een kind het gevoel krijgt dat zij thuis heel veel kan bepalen, veroorzaakt dit een onveilig gevoel. Kinderen horen nog kind te zijn en niet de dienst uit te maken en al helemaal niet over hun ouders heen te walsen. Hier wordt een kind angstig en soms zelfs depressief van.
Op de middelbare school wordt er veel verlangd van kinderen. Ze verlaten de vertrouwde omgeving van hun basisschool, verliezen oud-klasgenoten uit het oog en krijgen ineens te maken met stapels huiswerk, opdrachten en toetsen. Hierdoor kunnen pubers behoorlijk van slag raken. Als je basis al onveilig is geweest (je maakte al jong de dienst uit) kan dit de druppel zijn om helemaal vast te lopen met je emoties.
In het geval van deze puber is de begrenzing al lang geleden niet goed aangegeven waardoor onder andere deze situatie is ontstaan. Door haar halve dagen naar school te laten gaan, raakte ze de verbinding kwijt met andere kinderen. Niemand wil naast een kind zitten dat maar een halve dag aanwezig is, want dan zit je 's middags alleen. En dat gaf nog meer angst bij deze puber (ze voelde zich afgewezen) waardoor de stap om thuis te blijven niet meer zo groot was. Bij dit meisje moet er eerst gewerkt worden aan het basisvertrouwen tussen ouders en kind en daarna aan haar (faal)angst voor haar school(werk).
Welke grenzen zijn er nodig bij pubers?
- Het is heel belangrijk om je als ouder niet (meer)te laten leiden door de boosheid van je kind. Werk aan jezelf zodat je je krachtig en stevig voelt. Dat is bij pubers heel erg belangrijk want zij weten feilloos je meest zwakke plek te vinden. Wanneer je niet stevig in je schoenen staat, kunnen zij je flink raken met woorden. Het is vaak het beste om je emoties even uit te schakelen en zakelijk tegen haar/hem te praten. Wanneer jij als ouder niet de leiding neemt, word je niet serieus genomen. Onthoud dat je meer invloed hebt op je kind dan je voor mogelijk acht, zelfs als ze al achttien jaar oud zijn.( Ze lijken dan wel volwassen, maar zijn eigenlijk nog kind) Een kind dat nog onder jouw dak woont, zal zich moeten houden aan de afspraken en regels die in jouw huis gelden.
- Zorg dat jij en je man op één lijn komen met elkaar. Er wordt niet geschreeuwd in huis en iedereen praat op een respectvolle manier met elkaar. Ik zie vaak dat de moeder te soft is en dat de vader dit compenseert door juist heel hard te zijn en soms zelfs te schreeuwen. Dat voelt onveilig voor kinderen. Denk aan basisregel 3: Er wordt respectvol gesproken met elkaar.
- Spreek uit wat je van je kind verwacht. Bij het voorbeeld hierboven zijn de ouders en het meisje al enige tijd geleden de goede weg kwijtgeraakt. Hierbij moeten de basisregels opnieuw worden aangeleerd.
- Als een kind uiteindelijk thuis zit, moet het zich houden aan de huisregels. In dit geval is het een noodzaak dat de schoolse situatie zoveel mogelijk wordt nagebootst. De mobiele telefoon moet in de kast (op school mag deze ook niet aan), er moet gewoon huiswerk worden gemaakt en er moet worden meegeholpen in het huishouden: Boodschappen doen, ramen lappen en stofzuigen. Het kind helpt bij alle huishoudelijke taken die normaal gesproken door de ouders worden uitgevoerd, dat is gewoon eerlijk. Ook wordt de afspraak gemaakt dat er naar de ouders wordt geluisterd en dat er respect wordt getoond. Geef als ouders dan ook het goede voorbeeld: rustig praten en een korte uitleg. Vermijd eindeloze discussies. Alle gesprekken zijn kort en krachtig.
- Om goed contact te houden, vraag je ook wat je kind van jou verwacht. Kijk of dat reëel is. Geef niet teveel toe, maar zorg ervoor dat het kind wel het gevoel krijgt dat je naar haar/ hem luistert en dat het kind nog enige inspraak heeft. Pubers kunnen overdrijven en zaken uitvergroten. Wat is de waarheid? Kijk of je deze kan achterhalen.
- Onlangs vertelde een jongen dat hij vond dat zijn moeder de lat zo hoog voor hem legde. Zijn moeder zou aan haar omgeving kunnen vragen of zij dit beeld herkent. De bewering van een puber hoeft niet altijd te kloppen, maar soms zit er wel een kern van waarheid in. Zeg dan tegen je kind dat je eraan gaat werken en doe dat ook! Op die manier voelt de puber zich serieus genomen.
- Leg niet op elke slak zout, zorg ervoor dat de belangrijkste regels worden nageleefd: respect en je houden aan de afspraken. En de afspraken worden gezamenlijk gemaakt door ouders en puber.
- Hamer op verantwoording nemen voor de afspraken die gemaakt zijn. Een goede relatie tussen jou en je kind begint met vertrouwen. Zorg dat jij te vertrouwen bent in je afspraken met je kind. Het kind moet datzelfde vertrouwen uitstralen naar zijn ouders. Dan komt er rust bij allebei de partijen.
- Tot slot: Zorg dat je lol hebt met je kind. Doe in de vrije tijd iets gezelligs met elkaar. Zorg voor een fijn gevoel tussen elkaar. Wanneer je kind negatief naar jou blijft, spreek dan je emoties uit naar haar/hem. Zeg haar dat je gevoelens minder worden voor haar en of ze dat wil. De meeste pubers schrikken hiervan en dat is maar goed ook. Want de plek die ze innemen is (soms) veel te groot.