0
Contact
voor kind
en volwassene
"Ik wil graag dat je de stress aanpakt voor een van mijn leraren!" zuchtte de jonge vrouw. "Over een aantal weken heb ik mijn mondeling examen, maar als ik hem alleen maar zie, blokkeer ik al!" "Hoe goed ik ook mijn best doe, hij geeft mij altijd het gevoel dat het niet goed genoeg is." Als ik om uitleg vraag, zegt hij: Snap je dit nou nog niet?" "Ik voel me afgewezen, afgekeurd en soms zelfs afgebrand!" "Iedere keer probeer ik zijn lessen met een positief gevoel in te gaan, maar de moed zakt mij meestal snel in de schoenen!"
De negatieve sfeer tijdens de lessen motiveerde het meisje niet om inhoudelijk in gesprek te gaan met deze leraar. We hebben eerst gewerkt aan de spanning die ontstond wanneer ze naar hem keek. Pas een half uur later konden we werken aan haar spreekangst voor haar mondeling examen.
Dit verhaal staat niet op zich. Een leraar heeft heel veel invloed op kinderen. Jung (psychiater 1875-1961) was er zelfs van overtuigd dat opvoeders (leraren) de sterkste invloed hebben op de individuatie (het vormen van de 'ik') van het kind. Wanneer een kind wordt geboren krijgt het in eerste instantie te maken met zijn ouders. Zij zetten de opvoeding neer en leren het kind normen en waarden. Tot het vierde jaar is het kinderdagverblijf of een eventuele oppas of gastouder mede-'opvoeder', maar meestal is dit niet alle dagen van de week. Vanaf 4 jaar gaat het kind naar de basisschool en daar begint de rol van een medeopvoeder (leerkracht) een grotere rol te spelen in zijn/haar leven.
In sommige vormen van onderwijs (Montessori) heb je zelfs meerdere leerjaren dezelfde leerkracht. Dat is prettig wanneer jij en de leerkracht elkaar liggen. Maar het wordt minder positief wanneer je als kind totaal geen klik voelt met de leerkracht waar je drie jaar bij in de klas zit.
Een leraar hoort goed didactisch geschoold te zijn. Hij behoort de lesstof te beheersen en deze uiteraard enthousiast over te kunnen brengen. Meestal voel je als kind wel wanneer je leerkracht nog gepassioneerd is voor het onderwijs of niet. Meestal voel je als kind ook wel of de leerkracht nog affiniteit heeft met het onderwijs en de lesstof. En veelal voel je als kind ook wel of de leerkracht nog een fijn gevoel heeft bij kinderen.
In het voorbeeld hierboven kun je je afvragen hoe deze leerkracht zich voelt in het overbrengen van de leerstof. Heeft hij er nog plezier in? Krijgt hij er nog energie van om leerlingen de fijne kneepjes van zijn vak te leren? Of heeft hij zelf het gevoel dat hij er niet meer in slaagt om de leerstof over te brengen? Voelt hij een werkdruk om iedereen een hoog cijfer te laten halen?
Wanneer een leerkracht zich gefrustreerd voelt, voelt een leerling dit feilloos aan. Dit versterkt de negatieve gedachten die de leerling al heeft over zichzelf. Een leraar hoort zijn leerlingen ook een veilige omgeving te bieden. Veiligheid ligt namelijk ten grondslag aan het opnemen van leerstof. Wanneer je bijvoorbeeld in een brandend huis staat (en je voelt vluchtgedrag) hoeft niemand jou op dat moment de tafels aan te leren. Dan neem je niets op, je wilt maar één ding: Vluchten!
Wat zijn nu de voorwaarden om je veilig te voelen bij iemand? Ten eerste moet je als leerkracht constant en rustig reageren. Het meest onveilig voel je je bij iemand die ineens uitschiet en niet gelijkmatig reageert. Als leerkracht moet je je emoties even aan de kant zetten. Natuurlijk mag je wel eens boos zijn, maar het liefst moet je dit dan spelen. Als leerkracht speel je eigenlijk een beetje toneel. Je kunt iets dramatiseren, je kunt je boos of verdrietig voordoen…. Maar wanneer je deze emoties echt voelt, gaat er iets heel erg mis. De meeste kinderen voelen feilloos wanneer jij je grens over bent gegaan naar het echt kwaad en wanneer je er doorheen zit.
Als ik directeur van een school zou zijn, zou ik, in overleg met de leerkrachten, een anonieme enquête houden onder de leerlingen. Met hierin gradaties van het veiligheidsgevoel naar elke leerkracht. Naar aanleiding hiervan zou ik de uitkomsten meenemen in het beoordelings- en functioneringsgesprek van de leerkrachten. Wanneer 80 tot 90 procent zich veilig voelt bij jou als leerkracht doe je het goed. Bij de 10 tot 20 procent waar je een minder fijne relatie mee hebt, ligt de oorzaak vaak ook voor een deel bij de leerling. Sommige kinderen zijn nu eenmaal overgevoelig en reageren op iedere leerkracht angstig.
De jonge vrouw uit het voorbeeld was niet de enige van de school die zich onveilig voelde bij de betreffende leraar. Hetgeen wil zeggen dat deze leraar goed naar zijn gedrag (maar ook naar zijn gevoel voor het onderwijs en de leerlingen) moet kijken.
Ooit ben ik als leerkracht over de schreef gegaan. Het gebeurde in de groep met een meisje waar veel kinderen best bang voor waren. En plein public heb ik in de klas gevraagd wie er moeite hadden om haar vriendin te zijn. Dit is voor het meisje een traumatische ervaring geweest, dat had ik beter niet in een volle klas kunnen zeggen. Jaren later heb ik bij een reünie mijn excuus aan haar aangeboden.
Ik ben me er terdege van bewust dat je als leerkracht vooral mens bent en dat je niet altijd je emoties kan uitschakelen. Maar wees je er bewust van! Dat is al het halve werk.