0
Contact
voor kind
en volwassene
Terwijl ik in mijn auto stap loopt een basisschoolleerkracht met een rij kinderen van een jaar of 7 voorbij. Sommigen lopen rustig naast elkaar, een aantal schreeuwt naar elkaar en anderen meppen tegen een lantaarnpaal. Er zijn er zelfs een paar die met hun tas tegen een geparkeerde auto slaan. Op het moment dat ik een kind aankijk dat mijns inziens op het randje van het toelaatbare balanceert, zie ik een arrogante blik in zijn ogen…
Je zou kunnen zeggen dat de leerkracht deze kinderen niet goed aankan. Ik wil hier toch een kanttekening bij plaatsen. Je moet de kinderen van nu maar kunnen managen als leerkracht.
Geruime tijd ben ik leerkracht geweest op een school voor moeilijk lerende kinderen/kinderen met gedragsproblemen. Door allerlei vernieuwingen vanuit het ministerie (Passend onderwijs) is er de laatste jaren een verschuiving te zien in problematiek. Het lijkt wel alsof er in het speciaal onderwijs steeds meer zeer moeilijk opvoedbare leerlingen worden aangenomen. Het onderwijs moet hier uiteraard op worden aangepast. Geef je zeer moeilijk opvoedbare leerlingen te veel ruimte, word je als leraar onder de voet gelopen. Zeer moeilijk opvoedbare leerlingen moeten heel duidelijk weten hoe ver ze kunnen gaan. Je kunt ze geen duimbreed toegeven want ze zullen altijd proberen erover heen te gaan. Ze moeten gestimuleerd worden in hun werkhouding en hun cognitieve leren. Hierdoor krijgen ze eigenwaarde en ook belangrijk; het risico op losgeslagen gedrag wordt kleiner.
Het gevolg van deze tendens is ook zichtbaarder geworden op basisscholen. Kinderen die niet mee kunnen komen op de reguliere basisschool krijgen steeds vaker een speciaal lesprogramma in plaats van een doorverwijzing naar het speciaal onderwijs. Hetgeen betekent dat de basisschoolleerkracht nu een veel groter gemêleerd gezelschap in zijn klas heeft dan vroeger.
Het is interessant om te bekijken hoe het komt dat kinderen een steeds grotere problematiek laten zien. Op 29 april 2015 was er bij Zembla een programma over de kinderen- maar vooral ook de ouders van tegenwoordig. De Nijmeegse hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen spreekt over een verdrievoudiging van het aantal 20-jarigen dat in de geestelijke gezondheidszorg terecht komt (terwijl de psychische stoornissen zijn afgenomen). Hij wijdt dit aan de opvoeding van nu. Ouders pamperen hun kinderen, zien hun kinderen als speciaal en behandelen hen als prinsen en prinsessen. Vroeger was de meester nog een autoriteit en werden ouders met ‘u’ aangesproken. Gehoorzaamheid, ijver en discipline, daar draaide het om. De gezagsverhoudingen zijn echter ontzettend veranderd. Ouders van nu hebben een kameraadschappelijke verhouding met hun kinderen. Nederland is een democratie en dat zie je ook terug in de opvoeding. Door deze manier van opvoeden krijgen kinderen teveel hun zin waardoor de opvoeding vaak spaak loopt in de puberteit. Er ontstaan dan praktijken waarbij ouders hun kinderen smeken om te luisteren. Narcistische kinderen ontstaan omdat we onze kinderen op een voetstuk zetten. Volgens deze hoogleraar moet er weer angst ontstaan vanuit het kind naar de ouder.
Zoals in de eerste alinea, de rij met de leerkracht, zie ik deze problematiek veel in mijn praktijk terug. Ook hele jonge kinderen weten niet meer wat hun plek is. De grenzen bij ouders van nu zijn soms ver te zoeken. Wanneer ik aan ouders vraag hoe ze zich voelen bij het foute gedrag van hun kinderen, houden ze de hand boven het hoofd van het kind door het gedrag te vergoelijken en te verklaren. Laatst nog probeerde een jongetje van 7 jaar stiekem (waar beide ouders bij waren) lego uit mijn praktijk in zijn broekzak te proppen. Hulpeloos zeiden de ouders: "Ja, dat doet hij op school ook!"
Wat er mijns inziens nodig is bij kinderen van deze tijd is dat ouders hun plek weer innemen als eindverantwoordelijken. Zij hebben de leiding! Zij kunnen zoveel mogelijk overleggen met hun kinderen en de kinderen mogen hun mening geven, maar uiteindelijk beslissen de ouders wat goed voor hen is. Dit geldt totdat de kinderen uit huis zijn! Dus als een thuiswonende 21-jarige zich niet verantwoordelijk kan gedragen en zich niet houdt aan de afspraken die thuis gelden, zal deze moeten worden aangesproken. En bij herhaaldelijk gedrag zullen er maatregelen genomen moeten worden. Een kind behandelt zijn vader of moeder niet als een vriend/vriendin. De verhouding is namelijk niet gelijkwaardig, de ouder is de eindverantwoordelijke. Verwar liefde niet met verwennen, pamperen en beschermen. Stop met teveel prijzen, stop met teveel helpen, stop met teveel verwachtingen hebben en stop met je kind overdreven bijzonder vinden. Hier knapt geen kind van op en het krijgt een vertekend zelfbeeld. Zorg dat een jong kind een eigen plek heeft om tot rust te komen om over zijn gedrag na te denken. Noem dit een ruststoel in plaats van een strafstoel. Begrens het kind bij overschrijdend gedrag door speelgoed weg te leggen of i-pad of tv uit te doen.
Ik ben het met de hoogleraar Derksen niet eens dat de kinderen angst moeten voelen voor hun ouders. Het is ouderwets om ouders als autoriteit te zien. Veel kinderen zijn vroeger vastgelopen met hun emoties vanuit angst voor hun ouders.
Wat er nu nodig is? Respect en eerlijkheid! Is het eerlijk dat jij alles voor je kind doet? Is het eerlijk dat je kind zich niet aan afspraken houdt? Bij beide vragen is het antwoord 'nee'. Spiegel dit naar je kind. Bij een puber is het nodig dat af en toe de verhouding weer op scherp wordt gezet. Een puber heeft heel duidelijk grenzen nodig. Af en toe zal hij zich ertegen verzetten (en dan zal het knallen) maar uiteindelijk zal hij deze grenzen accepteren en in het gunstigste geval zelfs begrijpen.
Hoe voel je je als kind naar je ouders? Hoe voelen de ouders zich naar het kind? Wat geven de kinderen de ouders voor een cijfer? En wat geven de ouders de kinderen als cijfer? (en ga dat niet als ouder vergoelijken, dat is niet eerlijk) Kijk of het overeenkomt met elkaar. Er is een goede relatie tussen jou en je kind als beide partijen zich veilig voelen maar ook vertrouwen hebben in elkaar. Vanuit eerlijkheid en respect.
Op het moment dat wij als ouders hiervoor zorgen, kunnen leerkrachten weer rustig met een rij kinderen over straat lopen.