0
Contact
voor kind
en volwassene
De jonge vreemdeling zit in een drukke klas. De meeste leerlingen vindt hij maar vreemd en niemand spreekt zijn moedertaal. Hij voelt zich een vreemde eend in de bijt en dat maakt hem angstig. Hij voelt zich onveilig, gefrustreerd en alleen. Een thuis heeft hij niet, hij heeft alleen zijn broer in zijn directe omgeving. Vanavond zien ze elkaar weer in het tehuis. Om zich te wapenen tegen zijn angst kijkt hij bozig om zich heen. Door zijn negatieve houding mijden sommige klasgenoten hem al, hij ziet angst in hun ogen en dat is een fijn gevoel. Hij voelt zich machtig en hij voelt dat hij iets betekent in de maatschappij. De jongen naast hem slaat zijn schrift open en op de rand tekent hij iets. De vreemdeling buigt zich voorover en kijkt in het schrift. Twee donkere ogen kijken hem vanaf het schrift aan en in een tekstballon staat geschreven: 'Nepgod'! De jongen naast hem kijkt hem provocerend aan. Een aantal leerlingen in de klas voelt de spanning, er wordt openlijk om ‘de grap’ gelachen. Woest voelt de vreemdeling zich. Hoeveel keer heeft hij een dergelijke gebeurtenis al meegemaakt? Hoeveel keer eerder heeft hij een soortgelijke provocatie gevoeld? Na school grijpt hij hem!
Jarenlang heb ik in de hoogste groepen van het speciale basisonderwijs lesgegeven. De situatie hierboven ben ik in verschillende vormen vaak tegengekomen: het elkaar uitdagen, het zuigen, het provoceren, elkaars zwakke plek zoeken en kijken of je die ander op de kast krijgt. Het happen na het uitdagen, het op de kast zitten, de angst maar ook de boosheid en de woede, ja zelfs de haat heb ik vaak gevoeld en gezien tussen leerlingen onderling.
Heel veel gesprekken heb ik gevoerd met kinderen uit allerlei culturen. Wij leerden de kinderen te kijken naar de emoties van andere kinderen. Niemand doet iets zomaar. Iedereen wordt als een onbeschreven blad geboren. Door een combinatie van je karakter, je verleden en je omgeving ontstaat een bepaald soort gedrag. We leerden de kinderen altijd het gedrag los te koppelen van wie ze echt waren. Emoties liggen ten grondslag aan negatief gedrag. Een kat in het nauw maakt rare sprongen en wanneer iemand zich in het nauw gedreven voelt, kan hij reageren als door een wesp gestoken. Hoe zorg je ervoor dat iemand zich niet in een hoek gedreven voelt? Dit kun je bereiken door te letten op elkaars grenzen: 'We dagen niet uit', 'we provoceren niet', 'we intimideren niet', 'we hebben respect voor elkaars cultuur!' en wat we zeker niet doen is lichamelijk geweld gebruiken!
Het is heel hard nodig om grenzen te stellen. Wat tolereer je en wat niet? Hoe zouden wij (jong en oud) met elkaar om moeten gaan in de moderne samenleving? Om hier achter te komen is het belangrijk om naar elkaars cultuur te kijken. Toen de gastarbeiders na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland kwamen, waren wij nog blij met hen. We hadden ze hard nodig bij de wederopbouw. Wanneer we als voorbeeld de Marokkanen nemen, kwam 80% van deze Marokkanen uit het Rifgebergte, een onontgonnen gebied waar geen enkele luxe te vinden is en water nog gehaald wordt op een ezel. Kinderen worden hardhandig opgevoed. Wanneer je niet luistert, krijg je een tik en er moet angst en ontzag voor je ouders zijn. De Islamitische cultuur is geen achterlijke cultuur maar loopt gewoon achter bij de Westerse samenleving. Vergeet niet dat ook op Nederlandse scholen in het begin van 1900 nog het rietje werd gebruikt als straf.
Een aantal Marokkaanse kinderen van nu heeft eigenlijk die corrigerende tik nog heel hard nodig om tot bezinning te komen. In Nederland hebben we echter vooral een praatcultuur, het is geen gewoonte om je kinderen te slaan. Sommige Marokkaanse ouders van nu hebben weinig invloed meer op hun kinderen omdat ze zich tussen twee culturen in voelen zitten, enerzijds de Nederlandse praatcultuur en anderzijds de nog behoudende conservatieve Marokkaanse cultuur. Sommige Marokkaanse kinderen raken hierdoor losgeslagen en hebben een provocerende houding ('Wie doet ons wat!') en menigeen is bang voor hen. Mede door deze houding zijn uiteindelijk de cartoons ontstaan.
De Marokkaanse jeugd kunnen wij bij onacceptabel gedrag niet op de Marokkaanse manier straffen door te slaan. In Nederland kunnen we dit gedrag wel straffen door middel van afzondering en dat is voor deze groep hard nodig om tot bezinning te komen.
Met verbazing kijk ik naar de volwassen wereld, deze wordt steeds harder. Door de kwetsende cartoons van de cartoonisten (We weten dat de achilleshiel van moslims ligt bij de Profeet Mohammed) worden moslims uitgedaagd. Als reactie op deze uitdagingen vinden er aanslagen plaats (Parijs). Vanuit de emoties bekeken snap ik dat je je als extremist in een hoek gedreven voelt, maar elkaar vermoorden is over alle grenzen heen elkaar niet respecteren en accepteren. Dat is elkaar het leven niet gunnen, onacceptabel en op geen enkele manier goed te praten.
De cartoonisten provoceren echter onder het mom van vrije meningsuiting. Moet je dan alles maar kunnen zeggen? Welk bezwaar is er om rekening te houden met de grenzen van een ander? Ik hoor mensen denken: 'Ja, maar zij kunnen nergens tegen! Je moet toch tegen een geintje kunnen?' Maar in een hoek gedreven gedrag kent geen humor. Ook hoor ik mensen denken: ‘Alle Marokkanen willen dat wij Nederlanders ons bekeren tot de Islam’ en ‘we moeten ze geen vinger geven!’ Ook hiervoor geldt dat de weldenkende Marokkaan dit helemaal niet wil. Willen Najib Amhali, Ali B en burgemeester Ahmed Aboutaleb dat wij een hoofddoek gaan dragen en dat onze kerken worden afgebroken? Nee, echt niet! Ik zag laatst op het journaal een moslimvrouw uit Israël die heel rustig zei: ’Wij voelen ons gekwetst door deze cartoons, maar wij gebruiken geen geweld!’ Niet alleen de extremisten voelen zich dus gekwetst… Wat zou de wereld ervan opknappen wanneer wij rekening houden met de gevoelens van de ander. Geen olie meer op het vuur gooien maar jezelf even stil houden.
Het conflict van Israël en de Palestijnen, maar weinigen weten hoe die oorlog ooit begonnen is, maar er is veel haat over en weer. Wanneer er niets verandert, weet over tien jaar niemand meer de aanleiding van de moordaanslagen in Parijs, namelijk dat er ooit iemand was met één cartoon over de Profeet Mohammed, die bij de ander in het verkeerde keelgat schoot. Het is goed dat we de intimiderende houding van extremisten begrenzen. Ze hebben straf en afzondering nodig om te laten voelen hoe ver ze kunnen gaan. Extremisten zijn hun inlevende gevoel al heel lang kwijt, je zou kunnen zeggen dat deze al verloren zijn. Maar er is ook nog een hele grote groep weldenkende moslims.
Het is hard nodig om ook naar onze eigen houding te kijken. Wanneer wij niet meer provoceren, komt dit de verstandhouding tussen ons en de fatsoenlijk denkende moslims wel ten goede. En zij geven dat positieve gevoel weer door aan hun kinderen. Wellicht komen we zo uit deze negatieve spiraal en worden we weer blij met elkaar, net zoals na de Tweede Wereldoorlog.